Te krappe Just In Time leveringsschema's zorgen voor lege rekken

02/06/2021
 
Sinds de coronapandemie begon, blijkt er regelmatig gebrek aan van alles: beschermende kledij voor ziekenhuispersoneel in 2020, dit jaar houtpulp en meest recent chips voor auto's. Komt dat alleen maar door verstoorde supply chains vanwege vele zieke arbeiders? Nee, blijkt uit een lang artikel in de New York Times. De wereldeconomie heeft de afgelopen decennia te veel ingezet op Just In Time delivery.
 
Het principe van Just In Time delivery is eenvoudig: wanneer je als bedrijf goederen nodig hebt, probeer je de voorraad zo klein mogelijk te houden. Al naar gelang je denkt nodig te hebben voor de productie of verkoop. Is die voorraad op, bestel je weer nieuwe. Opnieuw zonder te veel overstock. Een te grote voorraad betekent immers extra opslagkosten en dat geld kun je dan niet gebruiken voor nieuwe investeringen of dividenduitkering aan je aandeelhouders.
 
Just In Time delivery werkt prima als er geen marktverstoringen zijn. De coronapandemie was zo'n verstoring en heeft ervoor gezorgd dat vele supply chains in de soep zijn gedraaid. De teneur van het NYT artikel is dat we die verstoring hadden moeten zien aankomen (het is ook niet de eerste keer), net als de pandemie zelf overigens. De vraag is ook of we nu wel van de huidige problemen leren. Zijn we als consumenten bijvoorbeeld bereid om toch iets meer te betalen zodat bedrijven een grotere voorraad kunnen aanhouden en de consument zeker is van tijdige levering? Een bevraagde handelsexpert van de Harvard Business School betwijfelt het ten zeerste. Zo blijven we dus het risico lopen dat Just In Time bij perioden Out of Time wordt met lege rekken en opslagplaatsen tot gevolg. 
 
Copyright tekst: Johan Peters, 02/06/2021 - ...