Aanloop recordcontainerschepen houdt aan ondanks mitsen en maren
Foto: voorbeeld van een ultra large container vessel. De Millau
Bridge van de
Japanse rederij K Line in de haven van Hamburg, 2015 (dus
geen recent recordcontainerschip).
Bron foto: Wikimedia Commons, foto
vrij te gebruiken
MSC Tessa, OOCL Spain, MSC Loretta. De recordcontainerschepen volgen
elkaar in recordtempo op in de havens van Rotterdam en
Antwerpen-Zeebrugge. Mogen we nog meer records verwachten in de nabije
toekomst en waarom nemen sommige rederijen bewust zulke ultra large
container vessels (ULCV’s) in gebruik op hun vaarroutes?
De MSC
Tessa is goed voor 24.116 TEU. OOCL Spain gaat daar overheen met 24.188
TEU. MSC Loretta, die de havens rond 24 (Rotterdam) en 26 mei
(Antwerpen) aandoet, spant vooralsnog de kroon met 24.346 TEU (1 TEU =
20 voet, de standaardmaat van één container). In theorie kan er nog heel
wat TEU bij. In 2025 zou al de 30.000 TEU kunnen worden gehaald. Reeds
in 2017 voorspelde McKinsey in een rapport zelfs de mogelijkheid van een
containerschip dat binnen 50 jaar 50.000 TEU aan boord heeft.
Of we dit laatste werkelijk gaan meemaken, is de vraag. De huidige
ULCV’s zijn maximaal 400 m lang. Die huidige lengte zorgt er nu al voor
dat de schepen niet in iedere haven kunnen aanleggen. Vanwege de
diepgang die hun lengte met zich meebrengt. Bovendien zijn ze niet
inzetbaar op sommige belangrijke vaarroutes. Denk aan die via het
Panamakanaal. De meeste ULCV’s varen dan ook op de Asia Europe trade,
waarbij passage door het Suezkanaal krap lukt. En soms ook niet (Ever Given, 2021).
Uitbreiding van de containercapaciteit op een ULCV moet daarom uit de
breedte van het schip komen en niet zozeer uit de lengte. Verder geldt
dat hoe meer containers je op een schip plaatst hoe ingewikkelder het
voor de terminaloperatoren aan de kade wordt om al die containers veilig
en binnen een vastgestelde tijd van boord te halen of aan boord te
laden. Last but not least: gaat er geregeld voldoende vracht zijn om, in
het nu nog fictieve geval, 50.000 TEU aan boord te vervoeren?
Enkele rederijen vertrouwen er momenteel kennelijk op dat ULCV’s die
meer dan 24.000 TEU kunnen transporteren een voldoende stabiele toekomst
hebben. En daardoor de forse investeringen waard zijn. Daar zijn
verschillende overwegingen voor.
Kostenefficiëntie en milieuoverwegingen
Kostenefficiëntie is de belangrijkste factor voor het in gebruik
nemen van ULCV’s. Hoe groter de containercapaciteit aan boord hoe lager
de operationele kosten per container voor de rederij. Een onderzoek van
het International Transport Forum schat dat de verdubbeling van de
containercapaciteit aan boord van een schip in de afgelopen tien jaar
heeft geleid tot ruwweg een derde minder kosten per vervoerde container.
Hoe meer vracht tegen lagere kosten een rederij weet te vervoeren hoe
sneller een grote verlader voor deze rederij zal kiezen. Ook voor de
verlader geldt immers hetzelfde. Hoe meer vracht hij met één enkele
vaart van A naar B weet te krijgen hoe lager zijn transportkosten zijn.
Rederijen met ULCV’s profiteren zo dus dubbelop van hun schaalvoordeel.
Een derde positieve bijkomstigheid is dat ze door het schaalvoordeel ook
gunstigere prijsafspraken kunnen maken met de havens op de route. Voor
een haven betekent de aanloop van grotere schepen meer werk en, niet
onbelangrijk, meer prestige.
Maar het gaat niet alleen om handelsvolumen. Ook milieuoverwegingen
spelen een rol waarbij opnieuw geldt: hoe groter het schip hoe meer de
gemiddelde kosten worden gedrukt. Grotere schepen verbruiken minder
brandstof per vervoerde TEU dan kleinere. In het kader van de Europese
Green Deal moet de scheepvaart haar CO2-uitstoot de komende decennia
verminderen. In 2025 voorzichtig met 2% en oplopend tot 80% in 2050. Het
duurt nog even voordat alle schepen technisch zijn aangepast om op meer
duurzame brandstof te varen. Met in eerste instantie voornamelijk LNG
of methanol als tussenoplossing. Varen op 100% duurzame waterstof lijkt
verre toekomstmuziek.
Om aan de Europese normen te voldoen, is het dus noodzaak het
brandstofverbruik zo veel mogelijk te beperken. Varen op LNG is
voorlopig voorbehouden aan de kleinere slag schepen. Het inzetten van zo
groot mogelijke schepen om het gemiddelde brandstofverbruik terug te
dringen, is daarom voor menige rederij een logische overweging, want
minder CO2-uitstoot.
Zich onderscheiden van de concurrentie
In 2025 eindigen de twee grootste rederijen ter wereld, Maersk en
Mediterranean Shipping Company (MSC), hun 2M alliantie. In deze in 2014
gestarte samenwerking maken de rederijen in het kader van de efficiëntie
gebruik van elkaars schepen op de oost-west route. Het einde van 2M
betekent dat beide rederijen voldoende capaciteit van zichzelf moeten
hebben om aan de vraag van hun klanten te voldoen. MSC zet daarbij wat
nieuwe schepen betreft vooral in op ULCV’s. Naast de MSC Tessa en
Loretta is er ook de MSC Inna met eenzelfde containercapaciteit als de
Loretta. Opvallend is dat Maersk vooralsnog niet meegaat in zo’n
capaciteitsuitbreiding van het aantal TEU. Het grootste Maersk schip is
de Madrid Maersk die een capaciteit heeft van 20.568 TEU. Zover bekend,
heeft Maersk geen orders uitstaan voor grotere ULCV’s.
Schaalvergroting niet te stoppen
De schaalvergroting in de lijnvaart valt niet te stoppen. Rederijen
blijven proberen de kostenefficiëntie verder door te voeren. Zowel uit
economische overwegingen als uit milieuoverwegingen. Niet iedere rederij
kiest daarbij voor steeds grotere schepen, maar de rederijen die dat
wel doen gaan er ook helemaal voor. We mogen ons daarom in de komende
jaren nog aan de nodige records verwachten.
Uiteraard zijn er bedenkingen op te werpen bij deze strategie. De
belangrijkste is of containertransport met ULCV’s ook in de komende
decennia blijft lonen voor de rederijen. Niemand heeft een glazen bol om
mee in de toekomst te kijken, maar om te eindigen met het eerder
aangehaalde McKinsey rapport uit 2017: ‘De piek in het
containertransport is nog niet aan de horizon zichtbaar. De
flexibiliteit van het containertransport over water is juist het sterke
punt ervan. Wanneer een bepaald goed uit de mode raakt en niet meer
wordt verscheept, is er altijd wel een ander product dat de plaats in de
container kan innemen.’
Zelfs wanneer men zaken als inflatie, economische krimp en pandemieën
in ogenschouw neemt, blijft de inzet van ULCV’s voor sommige rederijen
een bewuste strategie.
Voor dit artikel is gebruikgemaakt van vele bronnen. De twee belangrijkste:
Marine Insight
McKinsey
Copyright tekst: Johan Peters, 04/05/2023 - ...