Haagse bewustzijn inzake toegankelijkheid kan nog scherper

 
Wanneer ik voor een paar dagen in Nederland ben, verblijf ik normaal gesproken in mijn geboortestad Rotterdam. Net nu ik in de week van maandag 8 mei mijn Antwerpse kot voor een week uit moest, omdat de liften vijf dagen buiten gebruik waren, was een verblijf in Rotterdam onmogelijk. Alle hotels zaten tjokvol. Ik week daarom uit naar de hofstad, Den Haag. 
 
Ik heb altijd iets met Den Haag gehad. Dit in tegenstelling tot Amsterdam. Waar ik onze hoofdstad vermijd waar het maar kan, kom ik graag in Den Haag. Ondanks het bekakte imago van de stad. Ik had mij vooraf voorgenomen dit keer vooral op de toegankelijkheid van de stad en de gebouwen te letten. En op de behulpzaamheid van de Hagenezen richting mij als persoon met beperking, waar nodig. Uiteraard zo objectief mogelijk beoordeeld.

Hotel

Als verblijfplaats had ik de Holiday Inn Express aan de Lange Houtstraat uitgekozen. Uiterst gunstig gelegen nabij Plein en het Binnenhof. Vanaf Den Haag Centraal moet je er in tien minuten naartoe kunnen lopen, maar ik kies op de dag van aankomt ervoor de tram te nemen.  Ik heb de reputatie gemakkelijk te verdwalen in mij onbekende buurten, dat krijg je zonder Smartphone, en met een redelijk zware reistas lijkt mij dat geen aanlokkelijk perspectief.

Niks dan lof over het hotel. Vriendelijk personeel. De mindervalidenkamer is ruim genoeg voor iemand in een rolstoel. Niet dat ik daarom die kamer had geboekt, want ik ben nog redelijk mobiel. Mij ging het om de inloopdouche. Daardoor zou ik geen acrobatische toeren hoeven uit te halen bij het in- en uitstappen. Wat weer de kans op uitglijden met natte voeten op de tegelvloer verkleinde. Wat mij wel verbaast als ik de badge van de kamer ontvang, is dat deze zich bevindt op de vierde etage. Is dat slim met het oog op een mogelijke calamiteit, zoals een brand?

Een speciale vermelding verdient een van de ontbijtmedewerkers. Wie mij voor het eerst ziet aan komen lopen, weet niet altijd de juiste inschatting te maken wat ik fysiek zelfstandig kan doen en wat niet. Deze medewerker wil mij op de eerste ontbijtochtend, maandag 8 mei, echt met alles helpen. Heel aardig van hem, maar Johan staat op zijn zelfredzaamheid. Ik laat hem de thee verzorgen, wandelen met een kop heet water is altijd tricky als ik niet oppas. De rest doe ik zelf. De daarop volgende ochtenden die hij nog dienst heeft, laat hij mij mijn gang gaan. Hij heeft snel door dat ik dat graag zo wil en dat het goed gaat. Wel vraagt hij menigmaal of ‘everything okay’ is. Dat was het.

In mijn streven naar zelfredzaamheid sta ik niet alleen. Mensen met beperking willen in de regel zoveel mogelijk zelf hun ding doen op hun eigen manier. Natuurlijk is het goed om te vragen of hulp nodig is. Maar als de betrokken persoon aangeeft dat dit niet het geval is, dring dan ook niet verder aan.

Openbaar vervoer

Reizen met het openbaar vervoer is verre van eenvoudig wanneer je een beperking hebt, ongeacht de beperking. In mijn geval zijn trappetjes/treden steeds een serieuze hobbel. De Beneluxtrein tussen Brussel en Amsterdam is voorzien van treden. Neem je de Flixbus, dan moet je ook daarbij rekenen op treden om binnen te geraken. Of je moet de uitgesproken mazzel hebben dat het een gelijkvloerse bus is. Overigens kunnen rolstoelen en andere hulpmiddelen mee in de laadruimte van de Flixbus, indien van toepassing. Dan nog zal het een hele toer zijn voor de meeste rolstoelgebruikers om de bus in en uit te geraken. Ik reis nu al meerdere keren per jaar met de Flixbus en heb nog nooit een rolstoelgebruiker als medepassagier getroffen.

Omdat er in het weekend dat ik naar Den Haag reisde werkzaamheden aan het spoor waren tussen Rotterdam en Den Haag CS, waardoor ik had moeten omreizen, koos ik voor de Flixbus die rechtstreeks vanuit Antwerpen naar Den Haag rijdt.
 
Zolang de afstanden redelijk zijn, verkies ik mij in een stad te voet te begeven. Ook in Den Haag hanteer ik dit uitgangsprincipe. Waar openbaar vervoer noodzakelijk blijkt om mij te verplaatsen van A naar B, neem ik de tram. Niet alle Haagse trams zijn even toegankelijk voor mensen met een beperking. Lijnen 15 en 17 die in de buurt van het hotel stoppen, zijn dat wel. Alle trams op deze lijnen zijn gelijkvloers. Op een scherm worden de haltes aangegeven. Handig voor mensen met een auditieve beperking. De haltes worden ook omgeroepen. Zo weet je ook als blinde/slechtziende wanneer je eruit moet.

Trams op in ieder geval de lijnen 1, 6 en 9 zijn helaas minder toegankelijk. Het betreft oudere modellen met treden. Binnen in die trams is er geen scherm. De haltes worden wel afgeroepen. Mensen met een auditieve beperking zullen dus goed de halteborden in de gaten moeten houden.

Met dit gemengde beeld wat de trams betreft, scoort Den Haag slechter dan Rotterdam. Daar zijn alle trams op alle lijnen gelijkvloers. Helaas liggen daar dan weer niet alle perrons bij de haltes op gelijke hoogte met de trams. Kijkend naar mijn huidige woonplaats Antwerpen constateerde ik al in 2006, het jaar dat ik er kwam te wonen, dat Antwerpen nog een flinke inhaalslag moet maken qua toegankelijkheid van het ov. Die inhaalslag is jaren geleden ingezet, maar is nog lang niet voltooid. Het waarom en hoe valt buiten het kader van dit artikel.

De (verborgen) toegankelijkheid van Haagse musea
 

De meeste mensen weten ruim van tevoren dat ze een bepaald museum willen bezoeken, bijvoorbeeld voor een specifieke tentoonstelling. Ik ben niet zo’n fanatieke museumbezoeker. Als het slecht weer is, en dat is in de week van 8 mei meestal het geval, wil ik nog weleens last minute een museum binnenstappen.

Zo besluit ik op woensdag 9 mei eens een kijkje te nemen in Galerij Prins Willem V/Museum de Gevangenenpoort. Een stemmetje in mij zegt me bij het naar binnengaan dat de Gevangenenpoort waarschijnlijk niet al te best toegankelijk zal zijn. Gevangenen werden vroeger nu eenmaal niet op de meest luxueuze wijze vastgehouden. Ik richt mijn focus daarom op de galerij.

Bij de kassa blijkt dat je alleen kunt pinnen voor een ticket. Daar is mij niets over verteld door de dame op de foto die bezoekers naar binnen moet loodsen. Goed, niet heel erg. De galerij is gevestigd in wat vroeger het onderkomen was van Prins Willem V. Wie dat was en hoe hij aan zijn schilderijenverzameling kwam, valt te lezen op deze pagina.

Willem V woonde niet gelijkvloers. Je moet een paar trappen op. Trap op gaat voor mij makkelijker dan trap af. Gelukkig zitten er leuningen aan beide kanten. Omdat ik slechts één hand kan gebruiken, is dat voor mij een must. Wanneer slechts één leuning aanwezig is en deze aan de verkeerde kant zit, moet ik achterstevoren lopend de trap af. Heb ik vaak genoeg gedaan, maar handig is het niet. Helaas heeft de laatste trap naar de galerij een onaangename verrassing. Hij maakt rechts bovenaan een scherpe bocht. Dat houdt voor mij deze middag in dat ik bij het naar beneden gaan eveneens die bocht moet nemen, een complicerende factor.

Na het aanschouwen van de schilderijen, de moeite waard overigens, sta ik in twijfel bij de trap. Hoe kan ik het beste naar beneden gaan? De bocht nemend aan de linkerkant zodat ik niet achterstevoren de trap af hoef? Of toch maar beter aan de rechterkant achterstevoren de trap af, waarbij ik minder last heb van die bocht ? De suppoost komt de zaal uit. ‘Lukt het met de trap of is de lift beter?’ Lift? Beneden is mij niets verteld over een lift. Terwijl de medewerkers aan de kassa hun ogen toch niet in hun zak hadden toen ze mij het kaartje verkochten.

De betreffende lift zit verborgen achter een paneel in de zaal. Daarmee brengt de suppoost mij veilig naar beneden. Op de site van de galerij wordt nergens melding gemaakt van de aanwezigheid van de lift. Zoals gezegd, zwegen ook de kassamedewerkers erover. Het is dat die suppoost zo oplettend was. Anders had het naar beneden gaan mij veel meer moeite en inspanning gekost. Waarom is de ene medewerker nu wel scherper/meer behulpzaam in het opmerken van dit soort zaken dan de andere?

 
Het Haags Historisch Museum heb ik door tijdgebrek niet bezocht. Het leek mij vooraf ook geen makkelijke exercitie gezien de trappen naar de ingang. Maar als ik later de site van het museum opzoek en de pagina over de toegankelijkheid lees, blijkt dat het museum perfect toegankelijk is voor mensen die minder mobiel zijn. Je moet het alleen wel even weten, dat van die speciale ingang. Aan de buitenkant is het niet duidelijk aangegeven.

Tweede Kamer niet onderzocht op toegankelijkheid

Ik had op mijn to-do-lijstje tevens een bezoek aan de Tweede Kamer staan. Die zit gedurende een paar jaar niet meer op het Binnenhof vanwege renovatiewerkzaamheden aldaar. Onze parlementariërs zijn nu gehuisvest aan het Prinses Irenepad 1. Dat bevindt zich achter Den Haag CS. Ik ben tot aan de ingang gekomen. Bij de ingang geldt namelijk een strenge controle van bezoekers. Je jas moet uit, je riem moet af en zelfs je schoenen moeten uit. Op de luchthavens is de controle niet zo streng. Omdat ik geen zin had fysiek een partij moeilijk te gaan staan doen (schoenen uittrekken, lukt staand sowieso niet), liet ik de Tweede Kamer voor wat die was.

Ik eindig met een laatste anekdote over de behulpzaamheid van de Hagenaars richting mensen met een beperking. Voordat ik vergeefs naar het gebouw van de Tweede Kamer loop, maak ik een plasstop op Den Haag CS. Bij de poortjes sta ik in mijn zak te wroeten naar de juiste muntstukken. De toiletdame ziet mij staan en vraagt: ‘Wilt u gebruikmaken van het invalidentoilet? Dan maak ik hem open.’ Ik had al vanuit een ooghoek gezien dat de geldgleuf was afgeplakt. Normaliter doe ik mijn behoeften op een normaal toilet, maar waarom zou ik dit aanbod afslaan?  De toiletdame opent de deur en vertelt mij hoe ik die van binnen weer open. Ze vraagt niet om geld. Zo beleef ik één gratis plas in Den Haag. Er zijn nog goede mensen op deze wereld.

Den Haag goed te doen met beperking

Al met al kijk ik terug op een geslaagd verblijf in Den Haag. Natuurlijk, niet alles was even goed aangepast aan mijn fysieke beperking. Daar ga ik ook nooit van uit als ik op reis ben. De dag dat echt alles in een stad volledig toegankelijk gaat zijn, maak ik echt niet meer mee.

Nochtans: het hotel voldeed prima aan mijn verwachtingen. Ik kon mij redden in het openbaar vervoer en al wandelend. alhoewel de bestrating in het centrum af en toe veel weg heeft van die in Antwerpen en dat is niet eenvoudig om op te lopen. Blij verrast was ik door het Haagse verkeer in het centrum. Het is er veel minder druk dan in welke andere grote stad dan ook en de Hagenaars toonden zich een dame dan wel heer in het verkeer. Het is jammer dat de museummedewerkers niet allemaal even scherp waren, anders zou ik nog lovender zijn dan dat ik nu met dit artikel ben.

Copyright tekst en foto's: Johan Peters, 15/05/2023 - ...